Hangend op het tussenstation

Ach, daar ben je. Natúúrlijk ben je er. Even op gang komen, dat snap ik. Je merkt het meteen hè, als je er een tijdje tussenuit bent geweest?

Ga lekker zitten, je kussentje ligt er al. Wat zeg je? Drinken? Ja, natuurlijk, typen maakt dorstig. Kopje thee? Weet je, ik vul gelijk een hele thermoskan. Hoef je tussendoor niet naar beneden. En kijk eens: een bakje gesneden appels. Chocola? Ga eerst maar even schrijven. Zien we daarna weer verder. Dubbele espresso?

Vooruit, eentje dan. Kijk, je laptop staat klaar. Net als je schrijfblok en een stapel post-its. Ik heb Joep Beving aangezet. Is dat oké, of liever Einaudi? Filmmuziek. Prima, doen we filmmuziek. Nou, succes! 

Nee, niet op je telefoon. Dat hoeft nu niet, echt niet. Weet je, ik zet hem op vliegtuigstand. Wat zeg je? Nou, dan belt school toch gewoon naar hun vader? Oh, jij werkt om de hoek en hij niet. Oké, vooruit. Maar géén internet. Geen WhatsApp dus. Geen LinkedIn of Instagram of… wat zeg ik nou? Ook niet op je laptop. Je wifi kan trouwens uit. Just saying.

Research? Weet je wat, begin eerst eens met drie kwartier schrijven. Typen. Verzinnen. Nadenken. Opzoeken komt daarna wel. Gewoon beginnen. Terugtellen, weet je nog, alsof je een raket lanceert. Niet twijfelen maar doen. Van die ene TED-talk. Tja, hoe héét zij ook alweer? Niet googelen. 5-4-3-2-1. Ignition. Go!

De deurbel. Pakketje voor de buren. Vanaf deze plek heb je goed zicht op de straat, dat klopt. Nee, even naar buiten staren is prima, kan geen kwaad. Beetje droedelen. Schema’s maken. Verhaalstructuur nog weer eens opschrijven. Personage X doet Y teneinde Z te bereiken. Gek is dat toch, vind je niet? In je hoofd is het verhaal helemaal rond, heb je het al af. Kon je het maar zo, hup, vanuit je hoofd op papier kwakken. Maar helaas, daarvoor moet je toch eerst langs dat taaie tussenstation. Moet dat hoofd woorden geven aan die slimme en prikkelende ideeën en moeten die vingers dat vervolgens gaan zitten optypen. Zegt u? Nee, ‘optypen’ is geen woord, nee. Trouwens, heb jij eigenlijk een woorddoel voor vandaag? Niet? Kom, roep eens wat. Duizend? Vijftienhonderd? Dat is wat de meesten doen.

Nee, komt het niet? Even een blokje om? En dan meteen boodschappen doen? Zeg, ik wil je niet opjagen, maar je hebt vandaag maar tot twee uur hè. 

In 2021 schreef ik columns voor het mooie kwartaalblad LFK, opgericht door Yfke Metz. ‘Hangend op het Tussenstation’ verscheen in het zomernummer, op 18 juni.

Hier lees je de column in pdf, in de originele vormgeving.

Alle columns voor LFK lees je hier.

Dagmar Holtman

Auteur van de Flexwerkplek, copywriter op een thuiswerkplek

https://dagmarholtman.nl
Vorige
Vorige

Nieuwe vrienden