Christ likt de borden af

Illustratie door Margot Holtman

Het is zes uur en we zitten aan tafel. Ondanks hun drang naar een vrijgevochten leven hebben mijn ouders zich erbij neergelegd dat het met jonge kinderen handig is om op een ‘burgerlijk tijdstip’ te eten. We eten nasi. Mijn zusje is allergisch voor sojasaus, dus zij krijgt rijst met boter en bruine suiker.

‘Kom schat, eten,’ maant mijn vader mij.

Ik wil dat ook.’ Ik wijs naar het bord van mijn zusje. ‘Ik vind nasi vies en pittig,’

‘Je eet gewoon je bord leeg,’ valt mijn moeder bij. Daarna gaat ze verder met het verhaal dat ze aan het vertellen was voordat mijn vader haar onderbrak, maar niemand luistert.

Ik overdenk mijn strategie. Als ik nou eerst, heel langzaam, de lekkere vleesjes uit de nasi eet. Dan kan ik daarna, als iedereen klaar is en van tafel gaat, mijn bord ongezien onder tafel leegkieperen. Eet onze hond de rest op. Doedels warme lijf drukt tegen mijn benen. Ik vis een stukje gemarineerde hamlap uit de nasi en begin te kauwen.

Dan gaat de deurbel.

Binnen hun vriendenkring zijn mijn ouders de enigen met kinderen. Eén stel wil ze niet. Een ander stel kan ze niet krijgen. Een aantal vrienden hééft niemand om ze mee te krijgen. En de enige kennis die wel een kind heeft, is volgens mijn moeder een manipulatieve macrobiotische trut dus die zien we nooit. De kinderloze vriendenkring weet dat wij rond zes uur altijd thuis zijn.

‘Christ!’ hoor ik mijn vader zeggen. ‘Kom d’r in.’ Het klinkt mat. Een man met een lange vlecht stapt de woonkamer binnen. ‘Ik was in de buurt. Ik dacht, ik kom even een bakkie doen,’ zegt Christ met zijn zachte, Limburgse accent.

Mijn vader pakt een stoel en zet die naast mij. Christ gaat zitten, zijn lange dunne vlecht bungelt aan zijn achterhoofd als een keutel aan een hond. Hij ruikt naar oude kaas. Zijn hond Wobbe snuffelt aan Doedels kont en gaat dan naast haar liggen.

‘Lust jij nasi?’, vraag ik aan Christ. ‘Hmm, heerlijk. Nasi,’ antwoordt Christ zangerig.

‘Wil jij dan mijn eten hebben?’

‘Dagmar!’, bast mijn vader. Ik prik weer in de stukjes vlees. Als iedereen klaar is, behalve ik, en Christ voor de derde keer heeft gezegd dat hij echt geen bord wil om mee te eten, begint mijn vader de borden te stapelen. Mij kijkt hij streng aan.

‘Ach Cees,’ zegt Christ. ‘Ga je dat weggooien?’ Hij wijst naar de stapel vieze borden. ‘Zonde, ik lik ze wel af.’

Mijn vader staart Christ aan. Ik kijk naar mijn bord. `Mijn vader laat de borden staan en verdwijnt in de keuken. Snel steek ik mijn bord onder tafel, ik voel de warme tongen van de honden langs mijn hand likken.

Als ik weer opkijk zie ik Christ glimlachend naar de schone borden kijken.

Dit is deel 4 in de serie Eten met de Gezusters Holtman, een rubriek die ik maakte met mijn zusje, illustrator Margot Holtman (o.a. bekend van De Volkskrant), voor het inmiddels ter ziele gegane online food magazine Potaatoo van Merel Kamp. Hierin beschrijven en verbeelden we de gerechten uit onze jeugd.

Want eten is leven, maar samen opgroeien in een somewhat disfunctionele familie is dat ook.

Lees alle verhalen via deze pagina.

Dagmar Holtman

Auteur van de Flexwerkplek, copywriter op een thuiswerkplek

https://dagmarholtman.nl
Vorige
Vorige

Ridder Johan en de cantharellen

Volgende
Volgende

Kip Kerrie van Chantal