Maar de zwemkleding moest uit

Ja, dit zwembad wás er dus helemaal niet. Foto via Sauna- en Beautyresort de Leliehof te Makkum

‘Ik dacht toch echt dat ze hier een zwembad hadden.’ Mijn vriend maakt een ik-weet-het-ook-niet-gebaar. ‘Mag ik zwemmen?’, vraagt onze vijfjarige. Op de website van Wellnesscentrum Leliehof staan inderdaad zwembadfoto’s. Maar eenmaal binnen zien we alleen een grote zitkuil, met daarin sloophouten banken, bijzettafels met een draadmand als voet en planten van het type Palmae Plasticaerus. ‘Dat wás het zwembad’, zegt een vrouw in badjas, die ons vanuit de zithoek heeft afgeluisterd.

We zijn een lang weekend hier, in Makkum, en afgezien van wandelen, Chinees afhalen en boodschappen doen, valt er weinig te beleven. Ons tijdsbesef is daardoor zoek, niemand van ons weet precies welke dag het vandaag is. Hoewel onze kinderen zich uitstekend vermaken met de skelters en de kippen die inbegrepen zitten bij het tuinhuis op de natuurboerderij waar we verblijven, vindt mijn vriend een vakantie geen vakantie als er niet ook nog een heus uitje op het programma staat. ‘Hé, het zwembad hier is open’, klonk het een dag eerder van achter de laptop. Even later: ‘Zo, gereserveerd voor morgen elf uur.’

‘Laten we in het bubbelbad gaan zitten,’ stel ik voor, mijn vriend wurmt de opblaasbandjes rondom twee armen van vijf. ‘Het is niet de bedoeling dat u uw zwemkleding aanhoudt.’, zegt het meisje met de hoge blonde paardenstaart en het zwarte poloshirt, dat ineens achter ons staat. Ik knik. ‘Kom jongens, zwembroeken uit.’ De bijna-elfjarige, teveel een tiener om zich níet te generen om zich in zijn blote kont tussen de vreemden te begeven, zucht. Zijn broertje, sowieso behept met de kordaatheid van zijn vader, springt in zijn blote billen de bubbels in. Ik hou een handdoek voor, zeg dat níemand hier op je blootje let, en laat vallen dat we straks nog wat lekkers gaan halen. Hij geeft zich over en plonst even later naast de anderen. Ik zíe hoe dit verbroedert: bloot met je broer en je vader in een bubbelbad stoeien. Elkaar omlaag duwen, geinen, in iemands been knijpen. ‘Jongens’, zeg ik, en ik weet dat ik irritant ben, ‘we kunnen hier plezier maken, maar dit is wel een plek waar mensen voor hun rust komen. Dus,’ en ik ga zachter praten, ‘láten we een béétje rustiger doen.’

‘Ja’, zegt mijn vriend, ‘laten we een sauna’tje pakken.’

Even later zitten we met zijn vieren in een Finse zweethut, het jacuzziwater druppelt van onze lijven. ‘Hm, wel lekker’, zegt de oudste. Ik zie aan hem dat hij zichzelf ten doel heeft gesteld om deze rit, no matter what, uit te zitten. Het ik-laat-me-niet-kennen-al-ga-ik-er-volledig-aan-onderdoor-gen, mij heel bekend. Met de jongste ga ik na twee minuten naar buiten, naar de binnentuin. Daar zijn ook bubbelbaden. Het regent een beetje, maar dat is juist leuk, vinden we.

Het wellnesscentrum verkoopt gelukkig méér dan alleen automatenkoffie en zakjes chips, en we lunchen met een bruine bol met Friese nagelkaas, pompoensoep, brownies en een pistolet met zalm. ‘Het was écht net alsof ik door duizend ijspegels gestoken werd in dat koude dompelbad’, vertelt de oudste, inmiddels een verstokte saunafan, opgewonden. ‘Ik ben klaar!’, zegt de jongste, en hij buigt voorover om zijn chocoladegezicht aan zijn omgeknoopte handdoek af te vegen. Ik neem een hap zalm en realiseer me dat ik voor het eerst sinds tijden weer ergens aan het lunchen ben. Na een periode van opgelegde onthouding is ‘uit eten gaan’ niet minder dan gelukzaligmakend. Kijk ons nu zitten, met onze kinderen. In de sauna. Doen we gewoon.

Maar door de reprimande die we tijdens het afdouchen krijgen, of het niet wat rustiger kan, schiet ik direct in de strenge-moeder-reflex. Kom, hup, afdrogen, nee niet zeuren, ik weet niet waar je schoen is, kom eens hier, je haar is nog nat.

Ik zie mijn vriend kijken.

‘Jongens’, zegt hij, ‘ik vind dat jullie je heel goed gedragen hebben. Jullie hebben echt je best gedaan.’ Ik wurm met mijn tong een stukje ui tussen mijn tanden vandaan en slik het door.

Oké. Met twee kinderen naar een sauna gaan, da’s ongeveer het laatste wat ik zou doen.

Toch goed dat we het gedaan hebben.

Ook dit is MakkumElke week een nieuw blog van mij ontvangen? Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief.

Ook dit is Makkum

Elke week een nieuw blog van mij ontvangen? Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief.

Dagmar Holtman

Auteur van de Flexwerkplek, copywriter op een thuiswerkplek

https://dagmarholtman.nl
Vorige
Vorige

Trauma’s? Ongetwijfeld

Volgende
Volgende

Wanneer stop je met je boek schrijven?