‘Weg met het patriarchaat’, zeggen de jonge vaders

‘Ik vind een uur lang tegen een schommel aanduwen gewoon niet leuk!’ Destijds hoorde ik het hem dus niet zeggen. Pas nadat onze oudste zoon zelf kon schommelen, en zelf kon aankleden, zelf zijn brood kon smeren, zelf kon lezen, zelf kon tekenen, zelf een spelletje kon spelen en zelf een leuke woordgrap kon bedenken, pas toen begonnen de barstjes bij mijn vriend zichtbaar te worden. Barstjes in het door hemzelf – en, naar hij vond, door de maatschappij - opgelegde verhaal dat het vaderschap altijd maar leuk is. En voldoening geeft. En de zin van het leven verklaart. Terwijl hij de eerste jaren als heel zwaar had ervaren. Het had hem uitgehold. En dat kwam niet in de laatste plaats doordat hij vond dat hij het niet kon maken tegenover mij om zich te beklagen. Ik deed dat hele opvoeden toch ook maar gewoon zonder morren?

Tante Mariëlle, overgrootopa Driesten en mijn vader Cees

Julien Althuisius schreef het essay ‘Wanneer je ongeschikt bent voor papadagen’, voor De Volkskrant van dinsdag 28 april 2020. Hierin deelde zijn worstelingen met het ouderschap. Als gevolg daarvan leverde hij (in pre-coronatijd) zijn papadag in. Onder andere omdat hij het constante ‘aan staan’ niet volhield. Twee weken eerder publiceerde Rutger Lemm een vergelijkbaar stuk in dezelfde krant, getiteld ‘van prinsje naar papa – de wording van mijn vaderschap’, waarin hij beschreef hoe hij zichzelf afwezig maakte als vader en hoezeer hem dat eigenlijk frustreerde. En in de herfst vorig jaar verscheen de hartenkreet van Daan Aerts op de website van De Correspondent. Zijn vriendin gaf hem geen ruimte om te vaderen over hun pasgeboren dochter. Waarom werd dit verhaal over vaderschap nooit verteld?

Als er iets is dat deze verhalen míj vertellen, is het dit: de jonge heterovader en zijn levenslessen, dan wel het verzet tegen opgelegde normen en waarden over opvoeding en gezin, zijn tegenwoordig een serieus mediathema. 

Interessant zijn de platforms, de Volkskrant en de Correspondent, waarop de papa-struggels de ruimte krijgen om beschreven te worden. Serieuze journalistieke media die deze ontwikkeling als een teken van de tijd zien dat verslagen moet worden. Ik heb niet altijd alles bijgehouden (kinderen...), dus vergeef me als ik een cruciale publicatie over het hoofd zie, maar ik kan me eigenlijk niet herinneren ooit een essay of opiniestuk te zijn tegengekomen in deze en vergelijkbare media van de hand van moeders.

Over moeders die hun ‘mamadag’ liever kwijt zijn dan rijk. Over moeders die geen controle meer hebben over hun eigen leven en zich daardoor ongelukkig voelen. Over moeders die rouwen over het leven van vóór de kinderen, dat nooit meer terugkomt. De nieuwswaarde van artikelen over kinderen grootbrengen, en wat dat met je doet als mens, lijkt toch in relatie te staan tot wat de schrijver tussen de benen heeft zitten.  

Als er nóg iets is dat deze verhalen mij vertellen, dan is het dit: de jonge vaders van nu hebben in hún vaders een totaal ander voorbeeld gehad. Ik moet daarbij denken aan mijn schoonouders. Moeder streng, rechtvaardig, verzorgend, parttime werkend en fulltime huisvrouw/gezinsmanager. Vader heel lief en altijd beschikbaar om iedereen naar voetbal te rijden. Maar nog nooit een luier verschoond of een kind met koorts verzorgd. De jonge vaders van nu zijn de eersten die écht aan de bak moeten als het gaat om het verzorgen van hun kinderen. Zij ontdekken wat jonge moeders al sinds mensenheugenis zelf moesten ondervinden. En daarover maken de papa’s herrie. ‘Waarom verwacht de samenleving dit van mij? Het hebben van een eindeloos geduld, het jezelf wegcijferen in optima forma? Waarom verwacht mijn partner dit van mij? En: waarom verwacht ik dit van mij?’

De struggels van Althuisius, Lemm en Aerts werden na publicatie door sommige lezers, twitteraars en reageerders afgedaan als aanstellerij. ‘Had je er maar niet aan moeten beginnen.’ Eerlijk is eerlijk, ook mijn eerste reactie bij deze stukken liep langs de lijn van: ‘Joh, zeik niet zo en accepteer dat het leven niet meer om jou draait.’ Maar dat is flauw. Want als het gaat om het jezelf kunnen wegcijferen, en het opbrengen van eindeloos geduld, hebben de meeste vrouwen een kennis- en ervaringsvoorsprong die niet zo een-twee-drie in te halen valt. Niet per se een gewenste voorsprong, en zeker ook geen wenselijke. Maar hij is er wel.

En daarom vind ik deze artikelen over papa-struggels hoopvol. Want ze laten zien dat déze vaders tegen de grenzen van het patriarchale systeem aanbotsen. Een systeem dat niet alleen de vader als kostwinner, maar ook de moeder als hoofdverzorgende in stand houdt. Een systeem dat niet houdbaar is als steeds meer mensen ertegenaan botsen. Goed, vrouwen botsten hier al eeuwen tegenaan, maar dat hoorde nooit op de opiniepagina’s thuis. Als er iets is wat de wereld nodig heeft, zijn het wel mánnen die in opstand komen tegen het patriarchale systeem. Een systeem dat hen geen recht doet, en hun vrouwen, vriendinnen, moeders, zussen en dochters nog minder.

‘Ik vind een uur lang tegen een schommel duwen ook niet leuk!’ had ik destijds kunnen terugroepen. Dan had mijn vriend eerder geweten dat ik als moeder ook niet over een aangeboren talent beschikte, vaak maar wat aanrommelde en me regelmatig stierlijk zat te vervelen in de speeltuin.

Maar toch bleven we allebei tegen die schommel aanduwen. En dat blijven we doen. Omdat het niet meer om ons gaat. En het lukt ons allebei steeds beter om daar vrede mee te hebben.

Disclaimer

〰️

Disclaimer 〰️

Anno 2023 is ‘het patriarchaat’ een fijne vijand voor jong en oud. Te abstract om er écht tegen in verzet te treden, maar als verstikkende en dwingende macht voelbaar voor iedereen ( behalve misschien voor witte mannen die in de Youp van ‘t Hek-levensfase zitten en die behept zijn met korte Youp van ‘t Hek-voelsprieten).

Ten tijde van het schrijven van dit essay was dat nog niet zo. Althans, zo noemden we het nog niet. In 2020 waren er nog vriendinnen die vonden dat werken weinig zin had, als je je salaris toch meteen naar de kinderopvang moest brengen. En er waren vrienden die zeiden dat ‘ze het pas echt leuk begonnen te vinden als de kinderen naar school (lees; vijf dagen onder de pannen) zijn.’ Dit soort opvattingen bestaan nog steeds, maar inmiddels worden ze wel bevraagd. Althans: in mijn bubbel. Drie jaar geleden nog nauwelijks. En ik denk dat het door de lockdown komt dat we in rap tempo zijn gaan inzien dat er patronen en ideologieën ten grondslag liggen aan onze overtuigingen. Overtuigingen over wat het betekent om een goed mens te zijn. Een goede ouder. Iemand die bijdraagt aan de samenleving. All of the above. Of iets anders.

Maar goed, over dit stuk. In die lockdown viel mijn oog op een opiniestuk over ouderschap. En nog een. En nog een. Ik ontwaarde een patroon. Schreef er eerder al iets over op mijn Medium-pagina (props als je nog steeds Medium gebruikt). De opiniestukken hadden veel overeenkomsten, waarvan er één het meest in het oog sprong. De auteurs waren mannen. Jonge vaders. Die veel moeite hadden met hun zorgrol.

Dit gemiesmuil, dit geëtaleer van slachtofferschap, stak mij, omdat ik in (toen) tien jaar ouderschap nog nooit een opiniestuk van een jonge moeder was tegengekomen waarin ze zich beklaagde over deze rol. ‘Al die liefde, al die woede’ van Ianthe Mosselman bestond nog niet. De stroom aan moederschapsmemoires (o.a. van Mensje van Keulen) was nog niet op gang gekomen. Fictie over het moederschap (zonder stoornissen, verslavingen of andere ontaarde toestanden) kwam ik nauwelijks tegen.

Frustratie is een fijne motor en biedt ruimte om het jezelf toe te staan om te spijbelen van je eigenlijke taak op dat moment (op dat moment was dat waarschijnlijk hoofdstuk zus-en-me-zo schrijven). En dus schreef ik dit artikel. Om het vervolgens ergens op te slaan met het idee om er ‘ooit nog eens iets mee te doen’.

Op mijn laptop woekert een woud van dit soort half affe-Word documenten, en tijdens het grasduinen stuitte ik op deze. Ik las hem, en las hem opnieuw, en ik zat meteen weer in het voorjaar van 2020. Perfect.

De wereld anno nu is weer een beetje anders.

Maar toch niet zó anders. En daarom publiceer ik dit essay alsnog hier.

Einde disclaimer

〰️

Einde disclaimer 〰️

Dagmar Holtman

Auteur van de Flexwerkplek, copywriter op een thuiswerkplek

https://dagmarholtman.nl
Volgende
Volgende

Terrasgangers